De ondergang van Team Lotus
Peter Collins wordt vaak verweten dat hij het oude, originele Team Lotus het ravijn instuurde. Maar wat moest hij anders?
In 1995 viel het doek voor het ooit roemruchte Team Lotus. De fameuze renstal uit het Engelse Norfolk bouwde jarenlang baanbrekende auto's, maar met de dood in 1982 van oprichter Colin Chapman raakte de formatie langzaam maar zeker in verval.
Chapman wás Lotus. Hij was de man die alles regelde, om wie alles draaide. Onder zijn leiding werden Jim Clark, Graham Hill, Jochen Rindt, Emerson Fittipaldi en Mario Andretti wereldkampioen. Na Colins dood wordt het team voortgezet door Chapmans weduwe Hazel, financiëel manager Fred Bushell en teammanager Peter Warr die de dagelijkse leiding op zich neemt. Hij doet zijn stinkende best, strikt grote sigarettensponsors, regelt de beste motoren en haalt topcoureurs als Senna en Piquet in huis. Onder Warr wint Team Lotus nog vijf jaar lang races, maar het grote succes blijft uit.
Als Warr afhaakt en Bushell gearresteerd wordt op verdenking van het verduisteren van overheidsgeld, glijdt het team defintief richting de afgrond. Begin 1991 ondernemen twee ex-werknemers, Peter Collins en Peter Wright, nog een reddingspoging en zowaar begint Lotus aan een kleine, korte revival die in 1992 de vijfde plaats oplevert in het WK.
De schuldenlast loopt echter gestaag op en het onvermijdelijke kan niet uitblijven. Met moeite sleept Team Lotus zich door 1994, maar na de laatste race van het jaar is het voorbij. Tegen beter weten in heeft Collins geprobeerd de boel te redden, doch de prijs die daarvoor moest worden betaald, kann Team Lotus zich niet meer veroorloven.
Wil je het volledig verhaal over de turbulente ondergang van Team Lotus lezen, bestel dan hier RTL GP Magazine 3 2009.
- Tags: Formule 1