Het huzarenstukje van Brawn en Schumacher

Met een gewaagde strategie verslaat Michael Schumacher in 1998 de oppermachtige McLarens op de Hungaroring.

De Grand Prix van Hongarije is in 1998 de twaalfde race van het seizoen. De leider in de WK-stand, McLaren-rijder Mika Hakkinen, heeft de twee voorgaande races gewonnen en inmiddels een comfortabele voorsprong van 16 punten op Ferrari-coureur Michael Schumacher. Voor de Duitser is het dus van cruciaal belang om zijn concurrent op de bochtige Hungaroring te verslaan.

Na de kwalificatie op zaterdagmiddag ziet het daar niet naar uit. Hakkinen staat op pole voor teamgenoot Coulthard, Schumacher staat op P3. En omdat Michael op zondag bij de start van de race niet goed wegkomt, lijkt hij kansloos op het Hongaarse circuit waar inhalen vrijwel onmogelijk is.  Na de eerste serie pitstops -waarbij ook brandstof wordt getankt- is de volgorde onveranderd: Hakkinen voor Coulthard en Schumacher. Ferrari's racestrateeg Ross Brawn (foto onder) verbijt zich aan de pitmuur en bedenkt een list. Hij haalt Schumacher eerder binnen voor een tweede stop en laat de Ferrari slechts een paar tellen bijtanken. Met een relatief lichte auto gaat Schumacher de baan weer op waarna Brawn hem vraagt om in 19 ronden een voorsprong van 25 seconden op te bouwen. Michael beantwoordt het verzoek met een zuinig  "oké" maar gaat daarna tot het uiterste. Daarbij raakt hij zelfs even naast de baan maar als hij 15 ronden voor het einde van de race voor de derde keer binnenkomt, heeft hij een onmogelijk geachte voorsprong van maar liefst 27 seconden opgebouwd. De pitstop verloopt vlekkeloos en Schumacher behoudt de leiding.

Het is een historische overwinning die tot op de dag van vandaag als een van Michaels mooisten wordt beschouwd. Een zege die weliswaar niet genoeg blijkt te zijn om de wereldtitel in 1998 te behalen maar die wel de perfecte samenwerking tussen Brawn en Schumacher benadrukt.